Zojuist weer eens een aflevering van ‘Kijken in de Ziel’ ingehaald. Een aantal mensen gaf hun mening over de vraag ‘wat is wetenschap?’. Nu heb ik antwoorden op die vraag, beroepshalve, talloze malen op verschillende manieren op papier gezet; bovendien waren de geïnterviewden vrijwel zonder uitzondering mensen die ik hoog heb zitten, dus ik zat met rode oortjes te kijken. (https://www.npo.nl/kijken-in-de-ziel-wetenschappers/09-09-2016/VPWON_1253016)
Wat mij achteraf bezien het meest trof was de grote verandering die in de afgelopen 40 jaar heeft plaatsgegrepen in de benadering van de vraag ‘wat is wetenschap’. Eeuwenlang is wetenschap beschreven als een bouwwerk: een enorm groot, gecompliceerd en vertakt, stelsel van wetmatigheden die toch allemaal op een consequente manier met elkaar samenhangen. Een bouwwerk van kennis waarmee je voorspellingen kunt doen en dus raketten, smartphones en schimmel-resistente aardappels kunt maken. Hoe dat bouwwerk tot stand kwam was, destijds, vers twee; daar viel niet zoveel over te zeggen. There is no logic of discovery schreef Carl Popper (ietwat moedeloos, vermoed ik) en concentreerde zich, zoals vrijwel alle wetenschapsfilosofen destijds, op de resultaten. De wetenschapper en de activiteit van wetenschap bedrijven kregen nauwelijks aandacht.
Toen kwam, naast de wetenschapsfilosofie, de wetenschapssociologie. Ik zou die zelf laten beginnen met het essay The Structure of Scientific Revolutions van Thomas Kuhn, maar misschien was hij niet de eerste; feit is dat er in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw plotseling enorm veel werd geschreven over het wetenschappelijk bedrijf, over wetenschap als activiteit dus, en over wetenschappers.
En terecht: een bijstelling van het beeld van de wetenschap was hard aan herziening toe. Tot eind 19e eeuw was de beoefening van wetenschap slechts weggelegd voor gefortuneerde hobbyïsten die min-of-meer konden doen waar ze zin in hadden. In de 20e eeuw kwam daarin danig verandering door allerlei oorzaken, niet in de laatste plaats door een toenemende erkenning dat wetenschap oorlogen kan winnen en, wat later, dat wetenschap maatschappelijk belangrijk is en de motor voor toenemende welvaart vormt. Twee punten o.m. verdedigd door Everet Vannevar Bush en van grote invloed op de status van ‘wetenschap’ in de maatschappij.
Toch was ik verbaasd dat álle wetenschappers die in deze uitzending aan het woord kwamen ‘de wetenschap’ uitsluitend definieerden als een activiteit en hun verhaal concentreerden op ‘de wetenschapper’: hoe gaat een wetenschapper te werk, welke eigenschappen moet je hebben om een goed wetenschapper te zijn, enzovoort. Het ‘bouwwerk van kennis’ waarmee wetenschap eeuwenlang werd vereenzelvigd, werd zelfs niet genoemd.
Enerzijds verheugt het me dat wetenschap als activiteit nu méér aandacht krijgt dan 40 jaar geleden. Toen al werd dit aspect zwaar onderschat en in de afgelopen decennia is het wetenschappelijk bedrijf enorm veranderd; het zou in deze tijd zót zijn om het alléén te hebben over het bouwwerk en niet over de activiteit.
Maar ik kan niet verhelen dat de slinger mijns inziens toch een beetje is ‘doorgeslagen’. Door in een TV uitzending álle nadruk te leggen op de wetenschapper raakt datgene wat voor u en mij het meest relevant is op de achtergrond, namelijk het bouwwerk van wetenschappelijke kennis en wat dit bijdraagt aan onze welvaart en aan ons levensgeluk.
Als je in antwoord op de vraag ‘wat is wetenschap’ alléén maar kunt praten over het beroep van wetenschapper, over wat wetenschappers doen en over wát je in huis moet hebben om een goed wetenschapper te zijn, dan negeer je het bouwwerk van wetenschappelijke kennis en de invloed daarvan op ons leven en geeft daarmee een totaal verkeerde voorstelling van zaken.
wetenschap is: de motor van economische groei;
wetenschap is: de erf-opvolger van godsdienst; de basis van onze kijk op de wereld en onze plaats daarin;
wetenschap is: militaire en economische overheersing;
En zo kan ik er nog wel een paar noemen. Geen van deze omschrijvingen werd door de geïnterviewden genoemd. De eens trotse wetenschapper is uit z’n ivoren toren gekomen – héél goed, maar de manier waarop dit in Kijken in de Ziel gebeurt doet denken aan de Chinese intellectuelen die in de tijd van Mao Ze Dong publiekelijk bekenden dat ze de arbeidersklasse hadden verraden.
hans