Nederlands

Gepubliceerd op Auteur HansEen reactie plaatsen

De afschaffing van de bachelor opleiding Nederlands aan de VU was vanmorgen voor radio 1 aanleiding ruim aandacht te geven aan de Nederlandse taal.1) Vele sprekers kwamen aan het woord en uitten, zoals te verwachten, hun bezorgdheid of hielden bezielde pleidooien om het tij te keren. De teloorgang van het Nederlands werd steeds geplaats in de context van het insluipende Engels, zowel in het taalgebruik als op scholen en universiteiten: “Men kiest dan liever voor Engels” zei men dan wat moedeloos en verwees als reden naar ons verhoudingsgewijs kleine taalgebied en de verderfelijke invloed van het ‘markt-denken’, dat geen recht doet aan intrinsieke waarden die niet te ‘vermarkten’ zijn. Hoogtepunt (of dieptepunt) was voor mij de student die gedwongen werd zijn stuk over de roman Blauwe maandagen van Arnon Grünberg in het Engels te schrijven!

Toch bleven een paar belangrijke argumenten onbesproken.

Het idee dat je zou moeten kiezen tussen Nederlands en Engels is een misvatting; een opvoeding in meer dan een taal is een voordeel. Op diverse manieren. Ten eerste heeft Nederland als kleine handelsnatie altijd veel voordeel gehad van onze, destijds fameuze, talenkennis en bereidheid om andere talen te leren. En dat geldt nog steeds, maar het lijkt nu minder duidelijk zichtbaar doordat het onderwerp ‘verdringing door het Engels’ zo op de voorgrond staat. Op dit moment wordt in de media, met name rondom Brexit, veel aandacht besteed aan het voordeel dat we een mondje Engels spreken. Dat bevordert het ‘vestigingsklimaat’. Zo ontstaat allicht de indruk dat niet zozeer meertaligheid een voordeel is, maar beheersing van het Engels. Misschien kunnen we dan maar beter helemáál op Engels overgaan. Maar daarbij wordt dan vergeten dat niet Engeland maar Duitsland onze belangrijkste handelspartner is. De afbraak van het Nederlands is wéér een stap in de teloorgang van onze taal-veelzijdigheid die al jaren in ons onderwijs aan de gang is. Kennelijk realiseren we ons niet meer hoeveel economische voordelen die ons heeft gebracht en nog steeds brengt.

Een tweede belangrijk punt is de intellectuele waarde van het aanleren van meerdere talen. Daar is heel wat wetenschappelijk onderzoek naar gedaan: het bevordert de kwaliteit van denken en redeneren; je wordt er gelukkiger van en – belangrijk in deze discussie – het bevordert maatschappelijk succes.

De rijkste landen met de gelukkigste burgers geven alle een meer-talige opvoeding op de middelbare of zelfs de lagere school. Duitsland bijvoorbeeld heeft ons al lang rechts ingehaald: twee talen naast de moedertaal is vrij courant op de middelbare school en op menige school wordt volledig tweetalig onderwijs aangeboden. De trend is daar om op de lagere school en zelfs de kleuterschool al onderwijs in een vreemde taal aan te bieden.
Bekijk je die trend met de defensieve en ietwat moedeloze blik van de sprekers die ik vanmorgen hoorde dan zou je zeggen “Zie je wel, zelfs de Duitsers moeten steeds meer plaats voor het Engels inruimen.” Maar zo zit het dus niet. Engels is daar helemaal niet zo’n erg populair vak; Frans en zelfs Russisch worden vaker gekozen!

Het argument van “Nederlands heeft maar zo’n klein taalgebied” is dan ook m.i. klinkklare onzin. Ik zou willen dat de verdedigers van het Nederlands wat minder zouden verdedigen. Ja, we hebben een ‘mooie en rijke moedertaal met een lange traditie’ en dat mag ook best vaak gezegd worden, maar jongens, dat is echt het énige niet waarom we het onderwijs in het Nederlands hoog moeten houden! Wat meer assertiviteit graag!

Tijdens de uitzending konden luisteraars on-line reageren op de fraai geformuleerde stelling “Wij moeten het Nederlands meer omarmen.” Maar liefst 95% stemde vóór de stelling. Dat zal wel niet representatief zijn voor de hele bevolking, maar toch ben ik er van overtuigd dat een ruime meerderheid van de Nederlanders het ermee eens is; zowel degenen die het Nederlands al op de lagere school leerden als al die immigranten die nu nét onze taal hebben geleerd in het kader van hun inburgering. Maar wáárom zijn we dan bezig het Nederlands om zeep te helpen? Het taalonderwijs wordt al decennia getroffen door de ene bezuinigingsronde na de andere. Hetzelfde geldt voor de publieke omroepen, vertegenwoordigers bij uitstek van onze ‘nationale cultuur’, die op dit punt graag hun steentje zouden willen bijdragen zoals de publieke omroepen in alle ons omringende landen dat doen.
Welke duistere macht zit er achter de afbraak van het Nederlands – terwijl een ruime meerderheid dat helemaal niet wíl? Geen duistere macht, maar de heilige koeien van marktwerking, vermarkting en ‘valorisering’. Joris Luyendijk schreef er vorig jaar een goed artikel over in De Correspondent 2): hoe onze individuele keuzevrijheid soms de vijand kan zijn van de democratie; hoe we met z’n allen meewerken aan iets wat we met z’n allen eigenlijk helemaal niet wíllen. Luyendijk nam de klimaatcrisis als voorbeeld. De afbraak van het Nederlands lijkt me óók een goed voorbeeld.

Hans

  1. Het programma Spraakmakers van maandag 25-2-2019 is te beluisteren op https://www.nporadio1.nl/spraakmakers .
  2. Een ongemakkelijke waarheid: de ideologie van keuzevrijheid sloopt onze democratie, samenleving en planeet, door Joris Luyendijk in De Correspondent van 16 juli 2018.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *