Ik heb er lang over gedaan om iets te begrijpen van het ‘Zwarte Pieten’ debat; ik vond het in het begin zelfs een beetje lachwekkend. Waarschijnlijk kwam dat door wat me over Zwarte Piet was verteld toen ik klein was: de hulpjes van Sinterklaas waren zwart omdat ze door de schoorsteen kropen om iets in mijn schoentje te leggen. Hoe oud ik ben moge blijken uit het feit dat wij thuis inderdaad een schoorsteen hadden en een kolenkachel. De Pieten leken veel op de kolensjouwers die 1x per jaar onze kolenkist kwamen vullen; die hadden alleen veel minder mooie kleren aan. Ik herinner me dat ik bij een Sinterklaas viering of intocht vroeg waarom ze zich niet even hadden gewassen voor het feest. “Dat is omdat ze trots zijn op wat ze doen en dat laten ze zien” zei mijn moeder, “kijk eens wat een prachtige kleren ze aan hebben!”. Het was een bevredigende verklaring, die aansloot bij de manier waarop we ons gezicht op de kleuterschool mooi maakten m.b.v. een in een kaarsvlam aangebrande kurk. Ik denk niet dat ik toen het woord ‘neger’ al kende; in elk geval had dat geen verband met Zwarte Piet.
Toen het Sinterklaas verhaal langzamerhand toch wel érg veel vraagtekens begon op te werpen – met name de manier waarop de Pieten, die toch van normaal postuur leken te zijn, door het kleine gat van de rookafvoer van onze kachel zouden kruipen vond ik onwaarschijnlijk – durfde ik het onderwerp lange tijd niet aan te roeren uit vrees dat dit een acuut einde zou maken aan de presentjes die ik in mijn bij de schoorteen gezette schoentjes kreeg. Mijn ouders brachten de ontnuchterende waarheid voorzichtig en liefdevol: de grote kindervriend had wel degelijk bestaan; hij was de bisschop van Myra geweest. “Waar ligt Myra?” “Heel ver weg” “In Spanje?” “Ja, in Spanje” Ik denk niet dat mijn moeder enig idee had waar Myra lag en mijn vader liet het maar zo. Die voorstelling paste goed bij verhalen over de ‘moren’ die destijds in Spanje heersten. Moren hadden een donkere huidskleur – dat kon je wel zien aan het uithangbord boven de apotheek – en dat verklaarde natuurlijk óók het zwart van de Zwarte Pieten. Die kwamen uit landen waaruit ook een van de Drie Koningen kwam, die zwart was. Nog weer iets later leerde ik dat de ‘moren’, net als wij, vochten tegen die gemene katholieke Spanjolen met hun verderfelijke inquisitie en dat gaf een gevoel van solidariteit. OK, de moren waren moslims, maar bij ons was dat niet zo’n punt. Mijn vader, actief Ouderling van de Vrijzinnig Hervormden, las veel over theosofie en boedisme en had in zijn privé domeintje een portret van Jiddu Krishnamurti opgehangen. Mijn jeugd zat nog vol met WOII; het eerste ‘moeilijke woord’ dat ik leerde was waarschijnlijk discriminatie, dat te samen met haat en fanatisme (2e moeilijke woord) werd aangewezen als schuldig aan alle verschrikkingen. “Here, vergeef ons onze schulden gelijk wij vergeven onze schuldenaren.”
Terug naar Zwarte Piet. Het beeld dat ik uit mijn vroege jeugd meenam had helemaal niets te maken met de personages in ‘De negerhut van oom Tom’ of de black americans waar M.L. King zich voor inzette, laat staan met ons koloniale verleden. Ik werd volledig verrast door het idee dat Zwarte Piet als een ‘neger’ kon worden gezien, met alle denigrerende connotaties; ik vond dat nogal lachwekkend. Het leek me dat onze Sinterklaas traditie werd aangegrepen om oude en nieuwe vetes uit te vechten.
Dat wil echter niet zeggen dat ik tegen de afschaffing van Zwarte Piet was. Als zó velen zich door Zwarte Piet diep gekwetst voelen terwijl het voor mij om niet meer ging dan afscheid nemen van een gelukkige jeugdherinnering, dan moet dat maar, vond ik. Ik begreep het niet en vond (en vind) het doodzonde, maar so what.
Hun afkeur was duidelijk veel sterker dan mijn voorkeur, dus OK dan maar.
In de daarop volgende ruzies kwam ik dus noodgedwongen terecht in het kamp van de voorstanders van het afschaffen van Zwarte Piet, terwijl ik eigenlijk de zwarte Piet zoals ik hem ken juist zo heel graag zou willen laten voortleven.
Vanzelfsprekend hoop ik nog steeds op de acceptatie van ‘roetveeg-pieten’, maar voorál hoop ik dat het debat over discriminatie van donker-gekleurden zich gaat afspelen op een meer fundamenteel terrein dan de ‘Zwarte Pieten Discussie’ waar het afschaffen van de Zwarte Piet misschien al als een overwinning wordt gezien terwijl dat in feite niets kost en niets voorstelt.
Hans